Passage’s hebben op mij een bepaalde aantrekkingskracht. Als ik er langs loop of dat nou in Amsterdam, Breda, Parijs of Bordeaux is, ik moet er even doorheen lopen. Ik denk dat het te maken heeft met een bepaalde nieuwsgierigheid, wat is er te zien en beleven. Datzelfde heb ik ook met Paté’s, hoe ziet het eruit van binnen en hoe zal het smaken. Beleef het beide met dit artikel, alvast Bonne Appétit!

De Parijse Passage

Aan het eind van de 18e eeuw waren er wel straten maar nog geen trottoirs en liep en reed alles door elkaar heen, er waren wel wat winkels maar de meeste goederen werden nog gekocht op markten. Toen eenmaal het fenomeen winkel ontdekt werd kwamen er steeds meer winkelstraten zowel brede als smalle. Deze smalle winkelstraatjes ging men overkappen voor het winkelend publiek om het publiek te beschermen tegen weer en wind en was de passage of galerie geboren.

In de tijd van Napoleon, rond 1800, ontstaan de eerste Parijse Passages. Het zijn vaak smalle steegjes met een aantal winkeltjes met daarboven woon-en/of opslagruimte.  De passage wordt vaak afgesloten met een éénvoudig hekwerk. De Passage was ooit een succes in Parijs want er waren er maar liefst 130, nu is dat gereduceerd naar 20.

Kippaté

Een recept wat bijna niet kan mislukken, je hebt nodig een goede keukenmachine, braadslede, snijplank, scherp mes en een patévorm wel of niet met deksel, 600 gr. kipfilet, teentjes gepelde knoflook, 1 laurierblad, 200 gr. speklappen, 100 gr. bacon, theelepel gemberpoeder en nootmuskaat, peper en zout, 2 eieren, 1/2 dl slagroom en niet te vergeten 1/2 dl madera.

Bekleed de paté vorm met de bacon maar houd 2 of 3 plakjes over om de paté mee af te dekken. Snijd de kipfilet en de speklappen in stukjes en doe ze in de keukenmachine. Voeg daarbij alle andere ingrediënten behalve de bacon en het laurierblaadje. Draai met de keukenmachine de ingrediënten klein tot een smeuïge massa. Doe het gehaktmengsel in de bekleedde patévorm en leg daarop het gebroken laurierblaadje en dek af met de rest van de bacon. Verwarm de oven voor op 150 graden. Kook water in de waterkoker en vul daarmee de braadslede, zet hierin de patévorm maar zorg dat er geen water bij komt dus niet teveel water in de braadslede doen. Plaats de braadslede in het midden van de oven en laat de paté in ongeveer 2 uur garen. Ik kijk altijd even tussendoor en prik dan met een satéprikker in de paté, wanneer die er droog uitkomt is de paté gaar. Haal de paté uit de oven en laat hem afkoelen. Nu komt het belangrijkste van het maken van een paté en ook meteen het lastigste, zet de afgekoelde patévorm voor 3 dagen in de koelkast. Een paté moet namelijk “rusten”. Na 3 dagen in spanning gewacht te hebben haal je de paté uit de vorm, er zal wat vocht en vet aan de paté zitten dus dat haal je er af. Snijd de paté in mooie plakken en serveer er kleine franse augurkjes bij, bonne appétit!